Stand van zaken Maisteelt in blijvend grasland

In 2018 ging het POP3-project ‘Maïsteelt in blijvend grasland, klimaatvriendelijk én vrij van glyfosaat in Drenthe’ van start. Het project wordt eind 2020 afgerond. Op 21 augustus organiseerde het Louis Bolk Instituut een kleinschalige excursie voor de deelnemers.

Echte vergelijkingen kunnen uiteraard pas na de oogst op basis van de meetgegevens worden gemaakt, maar toch zijn er al wat eerste bevindingen. Eerst werden enkele met niet-kerende technieken ingezaaide praktijkpercelen bekeken en vervolgens zijn de voor het project aangelegde proefvelden bezocht.

Ondergrondse strokenploeg

Op de praktijkpercelen was de graszode met Roundup doodgespoten. In één geval was vóór het zaaien beregend. Als niet-kerende techniek werd op alle percelen de door Henk Pol ontwikkelde ondergrondse strokenploeg gebruikt. Op alle niet-kerend behandelde percelen verliep de beginontwikkeling van het gewas trager dan op percelen in de buurt die waren geploegd; waarschijnlijk door de droogte en de tragere mineralisatie in de bodem. De percelen die daarna werden beregend, maakten echter in de zomer een enorme inhaalslag. Tijdens de excursie was de gewasontwikkeling op deze percelen vergelijkbaar met gangbaar of zelfs aanmerkelijk beter: mais van 3,5 meter hoog, met dikke, soms dubbele kolven.

Droogte en kieming

Niet-kerend behandelde percelen leken gevoeliger voor structuureffecten. Bij een losse ondergrond die bij het zaaien niet goed was aangedrukt gaf droogte met name problemen bij de kieming en beginontwikkeling. Zaad dat op een vaste ondergrond lag, had vaak wel een goede beginontwikkeling. De machine zal daarom aangepast moeten worden voor een beter zaaibed en contact tussen zaad en grond.

Geen Roundup

De Roundup-vrije proefvelden aan de Hesselterweg in Ruinerwold stonden er prachtig bij, vergelijkbaar met gangbare maïspercelen in de omgeving ondanks ook hier een wat trage start. De – eveneens Roundup-vrije – proefvelden aan de Dokter Larijweg gaven een veel wisselender beeld. De gewasontwikkeling leek er sterk af te hangen van de manier waarop de oorspronkelijke zode was teruggezet. Mulchen met de machine van Kramer gaf daarbij relatief goede resultaten, elektrocutie met de Zasso scoorde slecht. Uitstaande melde had zich op sommige plaatsen explosief ontwikkeld en de Snelle Lenterogge van KWS, die vorige seizoen als groenbemester was gezaaid, bleek tegen de verwachtingen in na het maaien toch door te groeien en te concurreren met de mais. De proefplots met een onderzaai van rode klaver en de combinatie Snelle Lenterogge met erwten waren daarentegen vaak niet of nauwelijks meer terug te vinden.

Samenvattend heeft het extreme weerbeeld van 2020 een vergelijking van de diverse zaai- en teeltmethodes flink bemoeilijkt. De algemene indruk is dat niet-kerende technieken ook zonder Roundup mogelijk zijn, na verdere ontwikkeling van de mechanisatie en teelttechnieken.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.