Moeizame weg naar derogatie

01022013_bemesten23 april is de datum van de waarheid, dan beslist het zogeheten nitraatcomité in Brussel over het verzoek van Nederland om ook in de periode 2014 tot en met 2017 derogatie te mogen toepassen. In de jaren 2006 tot en met 2013 mocht Nederland derogatie toepassen van het comité.

Dat in ieder geval tot 23 april veel onduidelijk is, behoeft geen toelichting. In principe hebben we nu te maken met een gebruiksnorm van de gangbare 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare.

Deelnemers aan derogatie, mochten de laatste acht jaar een gebruikersnorm van 250 kg stikstof hanteren. Wie deelnam aan derogatie, moest aan een aantal voorwaarden voldoen. Eens in de vier jaar moest een bodemanalyse gedaan worden, men moest 70 procent van het areaal betelen met gras en men moest een bemestingsplan kunnen weerleggen en een heffing betalen. Bovendien moest aanvragen van derogatie ieder jaar voor 1 februari.

Te laat

Om voor de komende vier jaar veehouders weer toe te kunnen staan onder voorwaarden 250 kg aan te wenden, moest Nederland aankloppen in Brussel. Dat is gedaan, maar kennelijk in een laat stadium. Ierland kreeg al in de eerste week van februari te horen dat zij de komende vier jaar derogatie mogen toepassen. In Nederland wachten we af tot 23 april. Ondertussen zijn we al volop aan het bemesten, mede dankzij het vroege voorjaar.

80 procent grasland

Twee dingen wijzigen zeker voor wie deel wil nemen aan derogatie. Voor iedereen geldt dat de norm voor het aandeel grasland wordt opgeschroefd van 70 naar 80 procent. Voor degenen op de zand- en lössgronden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg, wordt gebruikersnorm verlaagd van 250 naar 230 kg. In het zuiden voldoet Nederland namelijk nog niet aan de nitraatrichtlijn,. Zodoende doet Dijksma er nog een schepje bovenop.

Betreft de norm voor 80 procent grasland: volgens het Ministerie waren er 21.185 bedrijven met derogatie waarvan er 12.685 al 80 procent grasland hebben.

Bemestingsplan

Wie straks van plan is deel te nemen aan derogatie, moet dus vast rekening houden met 80 procent grasland en wie boert in het zuiden; met een minder ruime gebruiksnorm. Veel bemestingsplannen werden al gemaakt met als uitgangspunt de voorwaarden van de derogatie in de laatste jaren. Die moeten dus aangepast worden in geval men het areaal grasland moet verhogen.

Brandbrief van ForFarmers Hendrix en Agrifirm

Leveranciers van zaaizaden uitten al eerder hun zorgen over het feit dat zij wellicht niet voldoende graszaad aan konden slepen. Ook het belang van veel drogestof en voederkwaliteit per hectare mais wordt benadrukt.

ForFarmers Hendrix en Agrifirm uitten hun zorgen in een brandbrief aan de minister. Zij vrezen miljoenen aan onkosten door geproduceerd zaaizaad dat niet zal worden en vernietigd moet worden, omdat bewaren geen optie is. Daarmee zijn veel transportkosten gemoeid en moet bemestingsplannen herberekend worden.

ForFarmers Hendrix en Agrifirm pleitten in hun schrijven van 26 maart voor passende maatregelen voor degenen die er bij het maken van de bemestingsplannen van uitgingen de norm van 70 procent grasland te kunnen handhaven.

Johan Temmink van ForFarmers Hendrix laat weten nog in afwachting te zijn van een reactie van de staatssecretaris op de brandbrief. Bovendien ziet Temmink binnen de organisatie ForFarmers Hendrix nu al logistieke gevolgen van de berichtgeving omtrent de eis voor meer grasland in het areaal. “De eerste mensen reageren erop door hun plannen nu af te stemmen op de nieuwe eisen”, aldus Temmink. Veehouders bestellen dus graszaad in plaats van maiszaad en bemestingsplannen moeten worden aangepast en ook dat heeft nog al wat voeten in de aarde, laat Temmink weten.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.