Goede start dubbelteelt maïs met rogge-wintererwten

De teelt van rogge-wintererwten als tussenteelt bij snijmaïs kan 5,5 tot 6 ton drogestof opleveren. Dat blijkt uit de eerste resultaten van dit voorjaar in het project “Duurzaam Bodembeheer Maïsteelt”. Dat meldt Verantwoorde Veehouderij.

Op een proefveld op zandgrond in De Moer (NB) wordt gekeken naar de mogelijkheden van dubbelteelt van ultra vroege maïs met rogge-wintererwten. Na de maïsoogst in 2013 werden op 2 oktober 50 kg rogge plus 70 kg wintererwten per hectare in één werkgang gezaaid met een pijpenzaaimachine (rijen rogge en erwten afwisselend). Het mengsel van rogge en erwten werd gezaaid op velden die voor de maïsteelt standaard waren geploegd en op velden waarbij de maïs in stroken was geteeld. In het voorjaar werd het gewas op 3 maart bemest met 25 m3 per ha runderdrijfmest met een zodenbemester. De rogge-erwten werden op 19 mei 2014 geoogst. De opbrengsten waren als volgt:

Teeltmethode voorvrucht maïs

Opbrengst rogge-erwten (ton drogestof/ha)

stroken

5,4

ploegen

5,9

Gemiddeld was de drogestofopbrengst van rogge-erwten 5,7 ton per ha. Er was nauwelijks verschil in opbrengst tussen de velden die bij de voorafgaande maïsteelt waren geploegd en de velden waarop de maïs in stroken was geteeld. De zachte winter heeft zeker een positieve bijdrage geleverd aan de relatief hoge opbrengsten. De voederwaarde van het gewas wordt nog onderzocht.

Voor het onderzoek wordt een ultra vroeg maisras (Roadrunner) gebruikt omdat het zaaitijdstip (2e helft mei) en oogsttijdstip (2e helft september) goed combineert met het oogst- en zaaitijdstip van de rogge-wintererwten. Ook is een speciaal winterhard erwtenras (EFB33) gekozen.

Bijkomend voordeel van dit dubbelteeltsysteem in combinatie met strokenfrees is dat er niet met glyfosaat (Roundup) hoeft te worden gespoten vóór de zaai van de mais. De gemaaide stoppel sterft na half mei af en door de minimale grondbewerking kiemt er weinig onkruid.

Opvallend is dat de drogestofopbrengst van bestaand grasland (één en meerjarig) al vroeg (24 april) relatief hoog was met gemiddeld ruim 2 ton per ha. Verder valt op dat de opbrengst van rogge-erwten (nazaai) ruim twee maal hoger was dan de opbrengst van alleen rogge. Ook onderzaai van Italiaans raaigras was wat hoger dan de rogge nazaai. De ontwikkeling van ondergezaaide rietzwenkgras en van nagezaaide koolzaad was dusdanig slecht dat de opbrengst niet meetbaar was. De opbrengst van rogge-wintererwten op locatie De Moer was veel hoger dan op locatie Rolde. De rogge-erwten op locatie De Moer werden echter bijna een maand later geoogst. Hieruit kan worden opgemaakt dat rogge-erwten tussen eind april en eind mei nog veel produceren.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.