Oplossing voor vraatschade door roeken aan mais is er nog niet

Er zijn nog geen goede alternatieven gevonden om schade aan mais door roeken te voorkomen sinds het gewasbeschermingsmiddel Mesurol verboden is. Dit blijkt uit een onderzoek in opdracht van BIJ12.

Tot 2021 werd mais als bescherming tegen vogelvraat behandeld met Mesurol. Uit milieuoverwegingen is niet meer toegestaan. Nu Mesurol niet weer wordt gebruikt, is de schade die vooral roeken toebrengen aan mais in heel Nederland aanzienlijk toegenomen. In 2021 veroorzaakten ze voor ruim 600.000 euro aan schade aan maisplanten.

De roek – een vogelsoort die lijkt op een kraai – komt voor in kolonies die soms uit honderden nesten kunnen bestaan. De roek heeft een gevarieerd dieet. Hij komt allereerst af op bodemdiertjes die zich rond pas ingezaaid mais ophouden. Het gaat met name om ritnaalden, larven van de kniptor. Om bij de ritnaalden te komen, trekt de roek de pas ontkiemde maisplantjes uit de grond. Daarnaast eet de roek de maisplantjes zelf op.

In opdracht van BIJ12 deed het bureau DLV in 2022 een veldproef met alternatieve maatregelen om maisschade door roeken te voorkomen. Er zijn verschillende middelen getoetst zoals het dieper zaaien van mais (10 cm in plaats van 5 cm), het gebruik van verschillende zaaibedden, verschillende maissoorten en behandeling met biologische gewasbeschermingsmiddelen. De maatregelen zijn in verschillende combinaties op stroken toegepast op een boerderij in Friesland waar veel schade door roeken optreedt. Helaas bleek geen van de maatregelen 100% effectief. Bij start van de proef bleek als snel dat roeken 80% van alle maisplantjes beschadigd hadden.

Na de eerste proef is het perceel opnieuw ingezaaid en zijn onder meer linten gespannen en een laserapparaat geplaatst. Ook werd een BirdAlert ingezet. Dit apparaat kan vogels kan detecteren op basis van geluiden, waaraan zowel visuele als akoestische verjagingsmiddelen kunnen worden gekoppeld. Na deze maatregelen is slechts rond de 10% van de aanplant door roeken beschadigd. Deze uitkomsten geven aanleiding voor een vervolgonderzoek. Omdat deze maatregelen het gehele perceel bestrijken, is niet aan te tonen wat de werking van ieder van deze middelen is geweest. Ook is niet aan te tonen wat het effect is geweest van het latere zaaimoment op de opgetreden roekenschade.

BIJ12 heeft speciaal voor roeken een faunaschadepreventiekit opgesteld. Hierin staat welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden. In sommige provincies is het toegestaan om roeken te bejagen.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.