‘Rond 1 september 2020 mais hakselen’

Onderzaai van grassen is in veruit de meeste gevallen gedaan rondom kniehoogte van de maïs. Loonwerkers hebben hebben hier goed op ingespeeld door de aanschaf van apparatuur en veel overleg met hun telers. In veel minder gevallen is gekozen voor onderzaai gelijk met het zaaien van de maïs. Dat meldt Syngenta.

Uitzaai van het vanggewas na de oogst maakte duidelijk dat de aanpak van onkruiden geen groet verandering bracht, omdat er geen rekening gehouden moest worden met het vanggewas. Wel is een strakke planning gevraagd om voor 1 oktober te kunnen oogsten. Uiteraard is hierbij vaak gebruik gemaakt van vroegere rassen. Mede door de hete droge zomer en een daardoor vroeger afrijpend gewas is op deze percelen de oogst voor 1 oktober redelijk gelukt.

Keuze uit drie mogelijkheden

Op zand- en lössgronden moet een keuze gemaakt worden voor een van de drie mogelijkheden om tot 1 oktober een groenbemester uit te zaaien. Dat betekent of voor 1 oktober te oogsten of al in het begin van het groeiseizoen onder te zaaien. Voor telers is dit een individuele keuze. Loonwerkers ontkomen er niet aan voor een spreding van beide methoden over de klanten te zorgen. Wie alles voor 1 oktober moet oogsten en dan ook nog een vanggewas moet zaaien, zal al vroeg in september moeten beginnen met hakselen. Wie 360 hectare moet hakselen met 1 hakselaar, en gemiddeld 15 ha per dag weet te doen heeft al 24 dagen nodig. Bij 6 dagen werken per week zijn dat 4 weken. Zonder oponthoud door regen, te natte percelen of pech met de machines.

Kiezen voor vroege rassen

Wie dit wil halen zal dus rond 1 september moeten beginnen met hakselen. Om dan maïs te hebben die enigszins rijp is, moet een flink deel van de telers kiezen voor zeer vroege rassen. En natuurlijk hopen dat de zomer niet te koud en nat is, waardoor de maïs traag in bloei komt en afrijpt. (Syngenta)

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.