Kwart maïstelers laat keuze voor maïsras over aan loonwerker of voeradviseur

Ongeveer een kwart van de maïstelers houdt zich helemaal niet bezig met de keuze voor een bepaald maïsras. Deze groep volgt blindelings het advies op van de loonwerker of de voeradviseur.

Dit blijkt uit de eindstand van de online MaïsScan op basis van de antwoorden van 800 maïstelers. De MaïsScan is uitgevoerd door agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen.

Millesim van zaadverdelingsbedrijf KWS is ook dit jaar weer het meest gekozen maïsras, ook qua areaal. LG 31.211 van Limagrain is geëindigd op de tweede plaats. P8057 van Pioneer is qua areaal het derde maïsras geworden. Ongeveer 45% geeft aan hetzelfde maïsras te gaan zaaien als in 2016. Begin maart heeft 35% van de maïstelers nog geen definitieve keuze gemaakt over het te zaaien maïsras.

Het totale areaal aan maïs lijkt iets kleiner in vergelijking met vorig jaar, maar dit verschil is niet significant.

Belangrijkste informatiebronnen

De zes meest genoemde informatiebronnen waarvan men het meest gebruikt maakt bij het selecteren van een maïsras zijn (men mocht maximaal drie informatiebronnen kiezen):

  • Gesprekken met mengvoerleveranciers (37%)
  • Gesprekken met regionale maïszaad- en gewasbeschermingsleveranciers (34%)
  • Aanbevelende Rassenlijst (CSAR/PPO) (26%)
  • Gesprekken met loonwerkers (18%)
  • Kuilanalyse-formulier van afgelopen seizoen (17%)
  • Artikelen in agrarische vakbladen (15%)

Er zijn nogal wat significante verschillen te onderscheiden tussen het noorden en het zuiden van Nederland. In het noorden worden ‘gesprekken met mengvoerleveranciers’ significant veel vaker genoemd dan in het zuiden. In het zuiden noemt men daarentegen significant vaker ‘gesprekken met regionale maïszaad- en gewasbeschermingsleveranciers’. ‘Gesprekken met loonwerkers’, ‘kuilanalyse-formulier van afgelopen seizoen’ en ‘bedrijfsbladen (van bv een voerleverancier)’ worden weer significant vaker genoemd in het noorden.

Belangrijkste eigenschappen van maïsrassen

De zes meest genoemde eigenschappen die het meest belangrijk zijn voor de keuze en beoordeling van een maïsras zijn (men mocht maximaal drie eigenschappen kiezen):

  • Korrelopbrengst/zetmeelopbrengst (37%)
  • Voederwaarde-opbrengst (36%)
  • Droge stofopbrengst (32%)
  • Voederwaarde per kg droge stof (32%)
  • Vroegrijpheid (26%)
  • Stevigheid van het ras (24%)

Opvallend is dat ‘prijs van het maïszaad’ maar door 4% van de telers genoemd wordt.

Maïstelers uit het noorden noemen significant vaker:

  • Korrelopbrengst/zetmeelopbrengst
  • Voederwaarde per kg droge stof
  • Vroegrijpheid

Maïstelers uit het zuiden noemen significant vaker:

  • Verteerbaarheid (totale gewas)

Kopen van maïszaad

Men koopt het maïszaad met name bij ‘de regionale leveranciers van maïszaad en gewasbeschermingsmiddelen’ (30%), ‘de coöperaties (30%)’ en bij ‘de loonwerkers (25%)’.

Samenstellen voederrantsoen

90% van de maïstelers stelt het voederrantsoen met behulp van de voerleverancier op. Van deze veehouders geeft 20% aan dat men helemaal zelf het voederrantsoen zou willen samenstellen, indien er een programma voor zou zijn. Iets meer dan de helft antwoordt met ‘nee’ en ongeveer een kwart ‘weet het (nog) niet’.

Van de 10% veehouders die helemaal zelf het voederrantsoen samenstellen (dus zonder de hulp van de voerleverancier), koopt 50% alleen krachtvoer in. 9% koopt alleen enkelvoudige grondstoffen in. De overige veehouders kopen beiden in; krachtvoer en enkelvoudige grondstoffen. 61% van deze veehouders is helemaal op de hoogte van de samenstelling van het krachtvoer; ongeveer 28% is gedeeltelijk op de hoogte van de samenstelling van het krachtvoer; 11% niet.

Lage voerkosten per kg melk

De vijf meest genoemde antwoorden om de voerkosten per kg melk zo laag mogelijk te houden zijn (men mocht maximaal drie antwoorden kiezen):

  • Hogere opbrengsten eigen voedergewassen (41%)
  • Hogere melkproductie per koe organiseren (38%)
  • Voederrantsoen samenstellen en (nog) meer letten op kosten (26%)
  • Minder krachtvoer voeren (14%)
  • Meer enkelvoudige voeders in het rantsoen opnemen (11%)

Opvallend is dat bijna de helft van de veehouders niet weet wat de voederkosten per kg melk zijn.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.