Beste boeren op de moeilijkste gronden?

AbbinkOp één van onze BLGG-bijeenkomsten was een tijd geleden ook eens een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken te gast. Op de schokkende cijfers dat 60 procent van de maïspercelen nog te zuur is, gaf hij aan: “Als men nog nalaat om de pH op peil te brengen, zijn de bemestingsnormen misschien nog niet streng genoeg….”.

Door: Gerard Abbink, productmanager veehouderij bij BLGG.

Met die maatregel ben ik het uiteraard niet eens, maar in zijn redenatie moet ik hem gelijk geven. Hoe is het mogelijk dat wij de bodem van 50.000 euro per hectare niet in de juiste toestand brengen, terwijl het belang van een goede bodem meer en meer duidelijk wordt? De cijfers zijn er. De mogelijkheden zijn er. De kennis is er. Waarom handelen we er dan nog niet naar?

Effecten van het mestbeleid

Wellicht gaat het allemaal nog iets te gemakkelijk. Niet voor niets wordt er wel eens gezegd: “Op de moeilijkste gronden zitten de beste bodemboeren.” Toch zien we bij BLGG de effecten van het strengere mestbeleid wel degelijk terug in de analyseresultaten. En dus moeten we naar andere maatregelen kijken die de bodem vooruit helpen. Bekalken is daarbij een voor de hand liggende maatregel.

Beschikbaarheid van mineralen

Gelukkig heb ik dit jaar wel weer meer kalkwagens zien rijden dan vorig jaar. En dat is goed nieuws, want bekalken is altijd het eerste wat u moet doen zodra de maïs van het land is. Een goede pH zorgt voor een goede beschikbaarheid van mineralen. Bij een lage pH, onder de 5, wordt er meer fosfaat gebonden aan onder meer ijzer in de bodem. Daarnaast beperkt het de kaliumlevering door de bodem. Een zandperceel met een pH van 5,5 kan al snel meer dan 150 kg K2O meer leveren dan een perceel met een pH die lager is dan 5. Dit scheelt al snel 1 ton droge stof per hectare.

Hogere potentiële opbrengst

Bekalken zorgt ook voor een betere kalitoestand in percelen. Uit veel bemestingsproeven blijkt dat percelen met een hoge kalitoestand een hogere potentiele opbrengst geven. Voor een goede vochtvoorziening in snijmaïs is kali onmisbaar. En het gewas onttrekt er veel van: van ongeveer 175 tot 225 kg K20, afhankelijk van de opbrengst. Met een kalibemesting alleen bent u er dus nog niet! De hoeveelheid die u in het voorjaar door middel van drijf- of kunstmest geeft, heeft het gewas direct nodig. Het is belangrijk dat uw bodem deze bemestingshoeveelheid ook kan vasthouden en kan vrijgeven als het gewas het echt nodig heeft.

Kortom: door middel van bekalking vergroot u de productiecapaciteit van percelen. En dat geldt niet alleen voor moeilijke gronden….

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Blog. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.