Aandachtspunten voor goede maïsoogst

De maisoogst is begonnen. Waar moeten ondernemers opletten met het oog op de kringloop en KringloopWijzer? Verantwoorde Veehouderij heeft handige tips voor een optimale opbrengst, voederwaardebepaling en voerbenutting op een rijtje gezet.

De KringloopWijzer gaat uit van partijmetingen. Door de partij maïs op te meten en de inhoud te vermenigvuldigen met de dichtheid, kilogrammen droge stof per m3 weet de veehouder hoeveel hij in zijn kuil heeft. De veehouder kan de oogst nog exacter vaststellen door deze te wegen. Hoe nauwkeuriger de KringloopWijzeringevuld wordt, hoe beter de mineralenefficiëntie gestuurd kan worden. Op dit moment is een partijmeting echter voldoende voor de KringloopWijzer.

Voederwaarde in beeld

Daarnaast is het belangrijk voor de veehouder om de voederwaarde van de maïs in beeld te hebben. Hoe beter de voerbenutting op het bedrijf, hoe beter de ondernemer scoort in de KringloopWijzer. Om het vee op behoefte te kunnen voeren, moet de veehouder wel weten wat de samenstelling van het maïs is. Daar kan hij achter komen door kuilmonsters te laten nemen. Zo weet hij precies wat hij aan het voeren is. Goed inkuilmanagement zorgt ook voor een vermindering van verliezen. Voorkom dus bijvoorbeeld dat er broei in de kuil komt.

Voor het nieuwe seizoen is het advies om eerst bodem- en mestmonsters te nemen. Pas de bemesting aan op de behoefte van de bodem. Steeds vaker blijk dat er onvoldoende kali aanwezig is in de bodem. Het ontbreken van dit element kan een negatieve invloed op de opbrengst en de kwaliteit van de maïs. Een ander aandachtspunt is het gebruik van groenbemesters, dat vooral op zandgrond interessant is. Bij een juiste toepassing verbetert het de bodemvruchtbaarheid, waardoor de bodem meer stikstof kan vasthouden. De website www.beslisboomsnijmais.nl geeft meer praktische informatie om de opbrengst van snijmaïs te verbeteren.

De KringloopWijzer berekent de maïsproductie door de totale hoeveelheid aangekocht ruwvoer en krachtvoer in mindering te brengen op de totale opname door de veestapel. Deze voeropname is afhankelijk van het aantal dieren en de melkproductie. Het restant uit deze berekening is ruwvoerproductie van eigen land, inclusief de opname via weidegang. Het programma splitst de ruwvoerproductie in een deel gras en een deel mais. Hiervoor gebruikt het de partijmetingen van de ruwvoervoorraad. Verder corrigeert de KringloopWijzer voor verliezen tijdens vervoedering en conservering. (Bron: Berekening maïsproductie, Veeteelt – augustus 2014)

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.